
Karmastudies 3
Rudolf Steiner
Boek, Nederlands, 278 p. 21 cm. 492 gr.
GA 240
Pentagon Amsterdam 2020
ISBN: 9789492462541
Een helder inzicht in reïnkarnatie was alleen nog tot ongeveer 1860 mogelijk. Daarna was er alleen nog maar een steeds doffer wordend, instinktief gevoel aanwezig, dat allengs in het donkere onderbewuste verdween, aldus Rudolf Steiner.
'Er verschijnen steeds meer rapportages van mensen die herinneringen hebben aan een eerder aardeleven, met tussen beide inkarnaties een veel kortere tussenpoos in de geestelijke wereld. Het betreft konkrete herinneringen aan gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog.' - Marianne de Nooij in haar nawoord.
Heldere inzichten in de wetmatigheden van karma en reïnkarnatie zijn meer dan ooit noodzakelijk voor de moderne mens.
Steiner laat ons zien dat het goed is je bezig te houden met het karma van mensenindividualiteiten, die het verleden naar de toekomst overbrengen. En hoe de wezens van het planetenstelsel aan het karma werken.
Ten slotte worden het belang belicht van de twee stromingen in de mensheid: de aristotelici en de platonici. En het karma van de antroposofie.
1 exemplaar in de collectie
Nummer: ST.KAR.4 · vindplaats: bib N.240
Uitgeleend, voor online reserveren dient u eerst in te loggen
Terug verwacht op uiterlijk vrijdag 13 maart 2026
GA-informatie
Bern, 25 januari 1924
Maan en zon als de beide poorten tot de geestelijke wereld.
Verleden (individualiteit) en toekomst (het algemeen menselijke). Noodzakelijkheid en vrijheid: maan en zon als kosmische sferen. De oerwijsheid van de mensheid. Maan en zon bij een door het lot bepaalde ontmoeting van twee mensen. Maan: verleden – noodzakelijkheid. Zon: toekomst – vrijheid. Het gevoel van het kosmische lot. Impulsen van de Kerst- conferentie
Bern, 16 april 1924
De nieuwe esoterische impuls in de antroposo!e. Praktische karmavraagstukken. De historische ontwikkeling van de mensheid. Natuurwetenschap en arabisme. Mysteriën van de Vader, de Zoon en de Geest in de oudheid. De impuls van de vrijheid in het christendom, de tegenimpuls in de islam. Haroen al Rasjid en zijn wijze adviseur. Francis Bacon en Amos Comenius. Conrad Ferdinand Meyer. Heinrich Pestalozzi.
Zürich, 28 januari 1924
De poort van de zon en de poort van de maan. Oerleraren op de maan voeren een boekhouding over verstreken menselijke daden. Hogere hiërarchieën op de zon bereiden de menselijke toekomst. Mensen met wie we karmisch verbonden zijn in tegenstelling tot mensen bij wie dit niet het geval is, in het leven tussen dood en nieuwe geboorte. De kerstconferentie.
Stuttgart, 6 februari 1924
Maan en zon: twee poorten naar de geestelijke wereld. Het maan-element werkt uit het verleden, het zonne-element naar de toekomst. De noodzaak van het lichaam en het levenslot zijn verbonden met het maan-element, de vrijheid met het zonne-element. Kan de mens de krachten van de aardse omgeving niet omvormen, dan ontstaat ziekte. – De impuls van de kerstkonferentie moet zich doen gevoelen als realiteit van het antroposo!sche leven en van de levendigheid van de geest.
Stuttgart, 9 april 1924
Mensenindividualiteiten brengen het verleden naar de toekomst over. Het feit van de herhaalde aardelevens kan een diep religieus-inzichtelijke relatie scheppen tot de ziel.
Lessing. De islam. De uitbreiding van het christendom geflankeerd door het arabisme. Haroen al Rasjid en zijn adviseur: Francis Bacon (Baco van Verulam) en Comenius.
Garibaldi, ingewijde in de mysteriën van Ierland, politiek visionair in de negentiende eeuw; verbonden met Victor Emanuel. Marx en Engels. Muavija, Wilson.
Stuttgart, 1 juni 1924
Waak- en slaaptoestand van de mens. De achterwaartse levensloop na de dood en de negatieve abeeldingen van de gebeurtenissen op aarde. De oerleraren. Het door de kosmos heen trekken en de eerste kiem voor het karma.
Gemeenschappelijkheid met de zielen van de gestorvenen en de hiërarchieën. Het werken met de wezens van het planetenstelsel aan het karma. Konkrete voorbeelden: Schiller, Goethe, Heine, Eliphas Lévi.
Arnhem, 18 juli 1924
Het voorbestemd zijn voor de antroposo!sche beweging. De vroegere samenwerking in het geestelijke. De Michaëlstroming en het nieuwe christendom. Het houden van een bovenzinnelijke kultus in machtige imaginaties als voorproef van de leer van Michaël op aarde. De twee groepen: ‘christendom-moede’ en ‘naar-christendom-verlangende’ zielen. De school van Chartres. De profetie van Alanus ab Insulis. Platonici en aristotelici, en hun ontmoeting. De zeven vrije kunsten. Cisterciënzers en dominikanen.
Arnhem, 19 juli 1924
Over de ontwikkeling van de met de mensheid samenhangende geestelijke wezens. Het tijdperk van Gabriël en het tijdperk van Michaël. De griekse tijd; Alexander de Grote. Het aristotelisme.
De hemelse intellektualiteit en de aardse intelligentie; het eigen denken. Het arabisme en de natuurwetenschap. Haroen al Rasjid en Francis Bacon. Haroen al Rasjids wijze adviseur en
Amos Comenius. De school van Chartres en de scholastiek.
Het hemelse koncilie van platonici en aristotelici. De voorbereidingen in de geestelijke wereld voor de spiritualisering van de op aarde gevallen intelligentie. Tegenstand van de demonisch ahrimanische machten.
Arnhem, 20 juli 1924
De bovenzinnelijke school onder leiding van Michaël vanaf de vijftiende tot en met de achttiende eeuw. De onderaardse ahrimanische ‘tegenschool’. Boekdrukkunst; Ahriman als
schrijver. Friedrich Nietzsche. De op aarde tot slang geworden intelligentie moet door middel van Michaël veroverd en gespiritualiseerd worden. Dat is het doel dat de antroposo!sche geest moet dienen.
