Men kan op verschillende manieren kijken naar de huidige tijd en de daarmee verbonden dimensie van het kwaad: met verlammende paniekzaaierij, met fatalisme of ook met burgerlijk schijnoptimisme. Albert Schmelzer vervalt in geen van deze eenzijdigheden. Hij bewandelt in het boek enerzijds de weg van de onomkoopbare analyse, maar komt ook tot concrete suggesties en voorstellen voor hoe men op het gebied van de opvoeding met het resultaat van deze analyse moet omgaan.

De uitgekozen kernachtige voorbeelden, die de huidige crisis beschrijven als een crisis van het bewustzijn, van het sociale en het maatschappelijke leven, vormen het uitgangspunt voor een historische en geesteswetenschappelijke beschouwing. Ze beschrijven de samenhang van de gebeurtenissen in het jaar 666, 1332 en 1998 met het voorspel van 1933 als de drievoudige ingreep van het dier dat in de Apocalypse beschreven wordt.

Hoewel de beschouwingen op antroposofische inzichten gefundeerd zijn, kan de lectuur ervan ook zonder voorkennis vruchtbaar zijn, omdat de exacte beschrijving van de overeenkomstige tijdshistorische fenomenen voor zich spreekt.

Omdat Schmelzer deze grote samenhang schetst, krijgt men een verdiept bewustzijn voor de noodzakelijke stappen naar een menswaardige toekomst. Aan de hand van concrete, levendige voorbeelden vernemen we, waar in de huidige opvoedingssituaties de zwaartepunten moeten worden gelegd om vanuit een actieve vormingswil een verantwoordelijke actuele pedagogie te realiseren. Het boek stimuleert om zelf actief te worden.